Selecteer een pagina

Zeven tips voor effectieve faalangstbegeleiding

Als een kind op de wereld komt, weet je als ouder nog niet voor welke uitdagingen je komt te staan. Ook als leerkracht is het moeilijk inschatten waar je tegenaan gaat lopen met leerlingen die je net verwelkomd hebt in je klas. Met begaafde kinderen is het niet anders. Een van de uitdagingen waar je mogelijk tegenaan gaat lopen met begaafde leerlingen is faalangst.

Als iets niet lukt heb je niet gefaald, maar geleerd.

Begaafde kinderen hebben in het algemeen verschillende persoonskenmerken. Een ervan is het streven naar perfectie. En er is niets mis met gezond perfectionisme: het kind wil het graag goed doen, het wil steeds beter worden, het heeft een besef van waar het nu staat en waar het naartoe wil. Kortom, het wil zich ontwikkelen. Wanneer het streven naar perfectionisme doorslaat en het verandert in angst iets niet te kunnen, terwijl het kind er wel toe in staat is, verandert perfectionisme in faalangst.

Hier volgen zeven tips om een begaafd faalangstig kind te begeleiden:

1. Complimenteer en houd de focus op het proces.
Zeg bijvoorbeeld: ‘Dat heb je handig aangepakt!’ of ‘Jij hebt hard gewerkt!’.
Het kind leert op deze manier complimenten te ontvangen en zich gewaardeerd te voelen om de pogingen die het doet om te leren en niet om de mooie resultaten die het haalt. De hunkering naar resultaatgerichte complimenten moet afnemen.

2. Gebruik groeitaal.
Met de opmerking ‘Het is je nog niet gelukt.’ laat je merken dat je erop vertrouwt dat het dit kind wel gaat lukken in de toekomst. Vergeet niet om samen met de leerling te bespreken hoe het kan gaan lukken en wat hiervoor nodig is.

3. Ga samen de uitdaging aan en structureer de taak.
Maak tijd om te begeleiden. De leerling staat er niet alleen voor. Jullie doen het samen!
Deel de taak die gedaan moet worden op in stapjes en bespreek met je leerling wat het al zelf kan. Controleer of het kind daarbij beschikt over relevante informatie. Bij welke stapjes heeft het hulp nodig? Maak jouw rol als leerkracht zichtbaar.

4. Haal er eerder opgedane succeservaringen bij.
Praat hierbij niet over goed en fout, maar over helpend en niet helpend.
Vraag het kind hoe het de vorige keer is gelukt, zodat het zich gaat herinneren wat er de vorige keer helpend was.

5. Werk samen als ouder, kind en leerkracht.
Ga als leerkracht of ouder niet alleen aan de slag. Samen weet je zoveel meer! Ga met elkaar in gesprek en maak afspraken over de aanpak en begeleiding van het kind.
Herkenning en erkenning van het probleem waarmee de ouder op school komt is belangrijk. Luisteren naar elkaar schept de kans dingen gezamenlijk aan te pakken en te veranderen. Straal richting het kind uit dat je als ouder en leerkracht op één lijn zit.

6. Goed voorbeeld doet goed volgen.
Laat zien dat jij ook fouten maakt. Wees je bewust van de dingen die mensen in je omgeving horen of zien als jij fouten maakt. Hoewel je het soms perfect wilt doen, kan dit niet altijd.

7. Geef jouw kind kansrijke opdrachten, die aansluiten bij zijn of haar sterke kanten.
Door voldoende uitdaging en vrijheid te bieden in opdrachten wordt het kind gestimuleerd de grenzen van zijn of haar mogelijkheden te verkennen. Af en toe geconfronteerd worden met dingen niet vanzelf gaan bieden jou als leerkracht de kans je leerling te voorzien van passende begeleiding. Dit soort momenten heeft je leerling nodig en houdt hem of haar op een gezonde afstand van faalangst.

Veel succes met het toepassen van deze tips!
Wil je meer lezen over dit onderwerp? Kijk dan eens voor de titels Help! Mijn kind heeft faalangst à Herberd Prinsen, 2010 en Je kunt het! Ondersteun hoogbegaafde kinderen die faalangstig zijn thuis of in de klas à Jessica van der Spek, 2014:

Bronnen:
A. Nieuwenbroek, 1998, Faalangst en ouders, Kampen, Uitgeverij ten Have
Linda Kreger Silverman, 1999, Perfectionism: The Crucible of Giftedness
Carol S. Dweck, 2007/2008, The Secret to Raising Smart Kids, Scientific American Mind

Waar ligt de lat?

Herken je dit? Die ene leerling die alle kanten opkijkt tijdens je instructie en niet geïnteresseerd lijkt in wat je als leerkracht te vertellen hebt. Als je hem iets vraagt, weet hij vaak het goede antwoord. Tijdens het werken is zijn motivatie matig, zonder jouw stimulans zou hij elke pauze binnen zitten om zijn schoolwerk af te maken en aan de eindstreep haalt hij net een voldoende. Tijdens een aardrijkskundeles denkt hij hele plannen uit over hoe we het klimaat kunnen helpen en is hij zo geconcentreerd dat hij de tijd vergeet en doorgaat totdat je hem er weer bij roept.  

Als de prestaties van een leerling gedurende langere tijd achter blijven bij datgene wat van de leerling verwacht mag worden – en er geen sprake is van een leer- of ontwikkelingsstoornis – noemen we dit onderpresteren.

Lees meer…

Breder bekeken

Terwijl ik me voorbereid op een nieuw cursusjaar, kijk ik terug op een heerlijke periode van rust, ontspanning en bezinning die we doorbrachten in India en Nepal. De ervaringen die we daar hebben opgedaan, neem ik mee. Ik zie de scholen voor me waarin onderwijs verzorgd wordt voor Nepalese kinderen. Ik zie de kinderen voor me voor wie leven overleven is geworden, op straat of in sloppenwijken. Op de website van Unicef lees ik: ‘Onderwijs is de sleutel voor de ontwikkeling van een kind én van een samenleving. Een kind dat goed onderwijs krijgt, krijgt kansen voor de toekomst. Daarom heeft ieder kind recht op goed onderwijs. Overal en altijd.’

Er zijn waslijsten verbeterpunten voor het Nederlands onderwijs. Leerkrachten moeten worden geprofessionaliseerd, er moet een effectievere kennisoverdracht gerealiseerd worden, het onderwijs moet beter afgestemd worden op de onderwijsbehoeften, het aantal leerlingen dat niet structureel deelneemt aan het onderwijs moet dalen, etc. Ondanks al deze ontwikkelingspunten, mogen we als Nederlanders echt tevreden zijn met het onderwijs zoals het is. Wat zijn er veel impulsen geweest die het onderwijs in Nederland hebben gemaakt tot wat het nu is. Wat zijn er al veel kansen voor kinderen die in Nederland naar school kunnen gaan. Naast tevredenheid is het goed om ook kritisch te blijven en ontwikkeling te blijven stimuleren waar dit kan. Dit brengt me bij de kamerbrief van Jet Bussemaker en Sander Dekker, die afgelopen juli verscheen. Verschil moet er niet zijn, dat moet je maken, stelden zij. Nederland en het onderwijs in Nederland moet kansrijk zijn voor iedereen. Ik ga me het komende cursusjaar met Van der Borg Onderwijs inzetten om dit verschil te maken. Doen jullie mee? Gelijke kansen voor ieder talent!

Juiste keuzes smaken naar meer

Tijdens de afgelopen periode, waarin ik mijn eigen bedrijf startte voor onderwijsadvies en coaching, maakte ik meer keuzes dan ooit. Welke naam krijgt mijn bedrijf? Welke elementen wil ik verwerken in mijn logo? Welke kleuren verwerk ik erin? Hoewel ik al langere tijd droom van het bedrijf zoals ik het nu opgezet heb, zijn er in de opstartfase ook dingen geweest waarover ik eerder niet nagedacht had. Verkopend Nederland denkt mee, wat resulteert in een hoop telefoontjes en dus nog meer keuzes. Of ik wil adverteren en hoe, of ik … En hoewel kiezen soms vervelend en beperkend lijkt, geeft het ook nieuwe vrijheden. Binnen de door mijzelf gestelde grenzen ga ik de komende tijd fijn verder dromen en invulling geven aan de toekomst van Van der Borg onderwijs.

Een nieuwe fase brengt weer nieuwe keuzes met zich mee. Op een zonnige ochtend verdiep ik mij voorzichtig in het hoe en wat van bloggen en kies ik ervoor een eerste blog te schrijven. De blogs die ik ga schrijven zijn met name bedoeld om zo nu en dan een update te geven met nieuwe informatie over Van der Borg Onderwijs en daaraan gelinkte activiteiten.