Selecteer een pagina

Vorig jaar rond deze tijd was ik zwanger van ons zoontje. Hoewel we de medische zorg in Nederland met een dikke pluim waarderen, heb ik me ook met regelmaat verbaasd over het vele ‘meten en weten’. Tijdens de controles werd alles steeds opnieuw secuur nagemeten en kregen wij steeds weer met een stralende glimlach op het hart gedrukt dat ons kindje helemaal gemiddeld was. We hadden er zelf verder niet al te veel invloed op, maar het was natuurlijk fijn dat we binnen de grenzen van het gemiddelde bleven. ⁠

Het gemiddelde heeft iets moois. Je wijkt niet af van het beschreven normaal. Sanne Bloemink schrijft treffend: ‘Welkom, in de wereld van het gemiddelde’. Dit gemiddelde zegt ook iets over ons en onze maatschappij: het gaat goed zolang we bij het gemiddelde horen. Moet een kind dan afwijken om in de picture te komen? ⁠
Nee, ik ben geen fel tegenstander van labels; ik vind het wel veel belangrijker om gewoon het kind en zijn behoeften te zien. Het lijkt zo makkelijk een etiket te plakken en vervolgens een toolkit open te trekken waarmee je dit kunt repareren. De praktijk is zoveel weerbarstiger. Het blijft namelijk zoeken naar een aanpak die past bij het kind, met deze opvoeder, in deze situatie, in deze omgeving, etc.⁠